De toegang tot de terreinen met de grotten bevond zich achter de Molens van Kwatrecht, langs de kant van de gemeente Melle. Men liep door een gang van een huisje en kwam zo bij de "Avenue de la Grotte". Deze was omzoomd met bloemen en struiken. Tegen de wasserij van het klooster was een muur met ingemetste bogen. Eén van deze bogen was vrij en vormde op die manier een toegang tot de grotten (zie de 5e postkaart hierboven). Er zou ook nog ergens een stijle trap moeten geweest zijn die eveneens toegang zou hebben gegeven tot de grotten.
Als bijkomende verdienste werd ook gepoogd het bronwater dat werd verzameld in de reservoirs en ook de grotten van water voorzag voor de bestaande waterpartijen, verkocht als uiterst geschikt drinkwater voor aan tafel. Het water werd aangeboden als het water van de Crystal Bron de Quatrecht, source naturelle de Doornenbosch. La Meilleurde des Eaux de tables d'après les analyses. Indien men bv bronwater kocht en dit thuis liet afleveren kreeg men vaak één van de postkaarten gratis erbij als reclame. De verkoop van het water en de fake grotten werden letterlijk continue aan elkaar gekoppeld.
De grotten waren voor hun tijd zeer lucratief en gekend in de wijdse omgeving. Men vroeg in die tijd 5 cent inkom en nogmaals 5 cent voor een postkaart en een glas water uit de bron van de grot. Ook kon men voor 1 bijkomende cent de overtollige kledij opgeborgen worden in een soort vestiaire. Indien men op die manier voor 11 cent de grotten betrad, zou dit heden ten dage anno 2013 ongeveer overeenkomen hebben met een toegangsprijs van € 2,40.
Dat deze toeristische attractie een schot in de roos was, mag blijken uit omzetcijfers. Zo zou op Kwatrecht kermis in 1902 er een omzet gemaakt zijn van 100 BEF op 1 dag. Dit moet inhouden hebben dat er die dag ongeveer 1000 bezoekers geweest zijn in de grotten. Dit zou heden ten dagen een dagomzet geweest zijn van +/- € 2160.
Van 1900 tot 1905 ging Thoma Picha nog in de Melse politiek in als gemeenteraadslid. Hij zou echter op 25 september 1905 komen te overlijden. De periode nadien moeten de activiteiten dus wel verder gezet zijn via zijn weduwe Dierickx.
Rond 1913 worden de fabrieksactiviteiten en de mogelijks nog beperkte ontginning van mergel volledig gestopt. Het mag dus duidelijk zijn dat de grotten reeds bestonden terwijl er nog altijd nieuwe ontginningen gebeurden. De activiteiten worden verlegd naar de opslag van bouwmaterialen en de productie van betontegels. Men produceerde er onder andere betonnen vloertegels met ingekleurde motieven.
Zo ontstond dus de situatie dat vanaf 1913 het grootste gedeelte van de inkomsten van de weduwe Picha niet meer bestond uit de de verkoop van de bouwmaterialen maar allicht kwam uit de uitbating van de nepgrotten met de bijhorende verkoop van het gebottelde water .
Voor de familie Picha, organisatoren en bezielers van dit fake schouwspel dat wel voor waar werd verkocht, kwam echter al snel WO I opduiken als een spelbreker. Toen de boel goed draaide, kwam België terecht in het oorlogsgeweld. Gezien zowel Melle als Kwatrecht zeker niet van het oorlogsgeweld gespaard bleven, kwamen ook de grotten in het vizier van de Duitse bezetter. Niet dat de grotten zulks militair nut hadden, maar in de directe omgeving ontstond wel het Munitiepark van Kwatrecht.
Het verhaal doet de ronde dat de grotten gebruikt zouden zijn voor experimenten met springstoffen. Het zou ook meteen het einde betekenen van deze toeristische trekpleister van Kwatrecht. De grotten zouden na de bezetting grotendeels verwoest achterblijven.
|